PROJECT

PUBLIEK BESLOTEN Provinciehuizen in Beeld

© Roos Aldershoff Fotografie

2022DSC5097
2022DSC4801 u
2022ZDSC4779
2022ZDSC4485
2022ZDSC19803
2022ZDSC19901
2022DSC4666
2022ZDSC4695
2022ZDSC4631
2022ZDSC4875

Provincie Noord - Holland - Paviljoen Welgelegen


Noord Holland - Haarlem


Kunsttempel werd statenzaal


Wie in de statenzaal van het provinciehuis van Noord-Holland de gordijnen een stukje opzij schuift en naar buiten kijkt, ziet een uitzicht dat precies voor deze plek ontworpen is. De Haarlemmerhout strekt zich quasi-nonchalant maar eigenlijk totaal gestileerd, als een coulisselandschap, uit aan de voet van het gebouw. De Engelse koopman Henry Hope, die aan het eind van de achttiende eeuw dit monumentale buitenhuis liet bouwen, liet ook het park helemaal opnieuw beplanten. Paviljoen Welgelegen moest een ‘tempel der kunsten’ worden, met een muzieksalon, gastenverblijven en de uitgebreide schilderijencollectie van Hope. Toch heeft het gebouw maar twee jaar als zodanig dienst gedaan.
In 1794 werd het de prinsgezinde zakenman te heet onder de voeten op het Europese vasteland, de revoluties waarden rond. Hope vertrok met zijn kunstcollectie en zijn fortuin, dat grotendeels geld was dat hij aan slavenplantages had verdiend, terug naar Engeland. Paviljoen Welgelegen kende daarna verschillende bewoners, waaronder koning Lodewijk Napoleon en Wilhelmina van Pruisen. Ook was het tientallen jaren een museum, in die tijd huisvestte het allerlei verschillende objecten, van geologische voorwerpen tot het werk van levende Nederlandse meesters en objecten uit het koloniaal museum.
Tussen 1927 en 1930 werd het paviljoen gerestaureerd zodat het daarna kon gaan dienen als provinciehuis. Dat was hard nodig, want het had een aantal jaar leeggestaan. Rijksbouwmeester Bremer kreeg de moeilijke taak om tijdens de crisisjaren het gebouw gebruiksklaar te maken voor de Provinciale Staten. Hij vroeg de gemeenten in Noord-Holland om giften waarmee het interieur aangekleed kon worden. Jan Eisenloeffel ontwierp een indrukwekkende kroonluchter en de klok die in de statenzaal hangt, en en Willem Arondéus ontwierp wandtapijten in de art-decostijl.
Die werken uit het begin van de twintigste eeuw zijn nog steeds prominent aanwezig in de Noord-Hollandse statenzaal. Tachtig jaar later, in 2007 en 2008 werd er nog een belangrijke ingreep gedaan in de ruimte. De daklantaarns, die oorspronkelijk boven de schilderijenzalen zaten en zo natuurlijk licht in de ruimte lieten vallen, werden teruggeplaatst. Zo werd de ruimte opeens twee keer zo hoog en lichter, de oorspronkelijke neoclassicistische allure keerde terug in de ruimte. Maar er werd ook iets eigentijds aan de ruimte toegevoegd: de Haarlemse glaskunstenaar Michel van Overbeeke ontwierp vijf kroonluchters voor de zaal. Zelf noemde hij ze ‘droomluchters’, ze verbinden verschillende soorten glazen objecten, zoals volgens Overbeeke deze ruimte de meningen en achtergronden van verschillende mensen zou moeten verbinden.
In de Statenzaal komen de drie periodes die hun stempel hebben gedrukt op het gebouw allemaal samen. De zaal bevindt zich aan de voorkant van Paviljoen Welgelegen, op de eerste verdieping waar aan de buitenkant twee gebogen opritten naartoe leiden. Uit het raam is het coulisselandschap van de Haarlemmerhout te zien, precies zoals Henry Hope dat zich in de achttiende eeuw had voorgesteld. Het licht valt door de hoge daklantaarns op de kleurige kroonluchters van Michel van Overbeeke en op de wandtapijten van Arondéus. De klok van Eissenloeffel geeft de tijd aan. Slechts één deurtje naast de indrukwekkende statenzaal, waar maandelijks besloten wordt over de levens van de Noord-Hollanders, staat het bed waar Lodewijk Napoleon in sliep toen hij in dit gebouw woonde. Heden en verleden lopen door elkaar heen in dit provinciehuis.



Tekst Laura Lubbers



Het project wordt mede mogelijk gemaakt door